Genderkritisch feminisme, door tegenstanders ook wel trans-exclusief radicaal feminisme of TERF-ideologie genoemd, is een ideologie of beweging die gekant is tegen wat ze zelf 'genderideologie' noemt: het concept van genderidentiteit en transgenderrechten, met name genderzelfidentificatie.
Volgens genderkritische feministen is sekse een onveranderbaar biologisch feit en zijn zowel genderidentiteit als genderrollen van nature onderdrukkend. Ze verwerpen het concept van transgenderidentiteiten. Dergelijke zienswijzen zijn door feministen en wetenschappelijke critici als transfoob omschreven en worden door veel feministen en organisaties voor lhbt-rechten verworpen.
Sinds begin jaren 1970 woedt er binnen het radicaal feminisme een strijd over transseksualiteit. Radicaal feministen als Andrea Dworkin en Catharine MacKinnon accepteerden trans vrouwen binnen de emancipatiestrijd. Genderkritische radicaalfeminsten zijn daarentegen van mening dat trans vrouwen in wezen nog van het mannelijk geslacht zijn.[1] Zij vinden dat mannen en vrouwen elk een sociale klasse vormen, de mannen de onderdrukkers en de vrouwen de onderdrukten.[2] Het leiden van een leven in een van deze klassen zou volgens hen in hoge mate vormend zijn voor een persoon en niet iets dat met een operatie kan worden nagebootst. Zij willen trans vrouwen geweerd zien van bijvoorbeeld vrouwenfestivals en damestoiletten.[2][3] Van grote invloed op deze zienswijzen was het boek The Transsexual Empire. The Making of the She-Male (1979) van de Amerikaanse radicaal-feminist Janice Raymond.
© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search